dinsdag, mei 09, 2006

Pandora's Doos

De grijze kartonnen doos, gevonden bij een opruimaktie op zolder, staat voor me op tafel. Ik weet wat er in zit, en daarom aarzel ik om het deksel van de doos te halen. Binnenin zit een pak brieven, overblijfsel van een jeugd die nu ver achter me ligt. Een massa beschreven blaadjes papier in enveloppes, netjes gesorteerd op afzender en vervolgens op datum. Tastbare relikwieƫn uit een pre-elektronisch tijdperk, toen berichten nog met de hand geschreven werden en niet met twee vingers of duimsgewijs op een klavier werden ingetikt. Ik geef het toe, communicatie verliep toen trager, maar toch had dat z'n charme, en de berichten werden toen beperkt tot de essentie.
Voorzichtig open ik de doos, alsof alle onheil van de wereld kan ontsnappen uit deze doos van Pandora. Een rij opengescheurde enveloppes van divers formaat wacht geduldig om zijn inhoud prijs te geven aan hongerige lezersogen. De randen zijn rafelig, hier en daar lost de lijm waardoor de flap nog nauwelijks vast hangt, en sommige enveloppes vertonen een gapende leegte waar ooit een postzegel zat die nauwgezet uitgeknipt werd - een gevolg van grote verwachtingen over zijn toekomstige waarde.
Soms herken ik namen, en probeer gezichten te plaatsen bij meisjes van toen, vrouwen van nu, die hun brief steevast begonnen met Liefste en eindigden met drie kruisjes en een PS: vergeet niet terug te schrijven! De jongens die toen al man wilden zijn, een stroom van aangedikte verhalen. Ik hoop dat ze man zijn, nu, en die verhalen niet meer nodig hebben om dat te bewijzen. Sommige gezichten verschijnen helder in beeld, andere zullen wel voor altijd in de schaduw blijven die tijd nu onherroepelijk werpt op verloren herinneringen. Ik vraag me af in hoeverre die gezichten en karakters veranderd zijn. Zijn al die levens er nog, van die vroegere vrienden of heeft de dood al enkele van hen ingehaald.
Ik struin door de verschillende pakjes enveloppes, elk met hun eigen verhaal. Het zwierige geschrift van A, misschien het mooiste dat ik ooit gezien heb en waar ik ooit razend jaloers op was tot ik besefte dat ik die perfectie nooit zou bereiken en ik verder geen moeite meer deed om ze zelfs maar te benaderen. Ik leerde ze kennen in Italiƫ en vijf jaar later kwam ik haar nog op het spoor toen ze in G studeerde - ik graaf diep in mijn geheugen, was het nu Germaanse of journalistiek? Onze wegen kruisten een kort ogenblik en gingen daarna onverbiddelijk uit elkaar, al zag ik ooit een artikel in de krant met exact dezelfde naam er onder en dacht ik weer even aan haar. Nu wil ik dat ze toen betere inkt gebruikt had, want al de zwierigheid ten spijt is wat ze schreef verbleekt tot een slechts een lichte tint van blauw. Aan de andere kant van de schoonschriftschaal had je Duitse B, van wie elke brief, zonder uitzondering op groen papier, een avontuur was in de Duitse taal en schriftontcijfering. Ondanks dit euvel is zij degene met wie in de meest intense en langste briefwisseling gevoerd heb, tot het plots ophield omdat ze verhuisde en ik met de beste wil van de wereld haar adres niet kon ontcijferen. Brieven van E, die ik naar het einde van de wereld was gevolgd als ze dat had gewild - iets wat ze me nadien briefgewijs duidelijk maakte dat het niet het geval was. Brieven met foto's en haarlokken, brieven van gekwetste meisjes smekend om een verklaring. Waarom? Waarom? Waarom? Ik bied mijn excuses aan jullie allemaal, van A tot en met Z, aan ieder van jullie die ik gekwetst heb, al weet ik dat het nu te laat is en jullie er niks meer om geven. Personen leggen verbanden en ik ga op zoek in dit geordende archief van vroegere gevoelens naar die anderen die me nu te binnen schieten. Waar is V? Ik kan niet geloven dat ze me nooit geschreven heeft, er moet toch iets over blijven van onze paar weken die we samen doorbrachten? Alles vervaagt, maar had ik toen zo'n grote boon voor haar en zo weinig moed om dat op te biechten? Ligt daar de reden van haar afwezigheid?
Een laatste dik pak brieven. De laatste vakantieliefde voor de tijd van grote veranderingen. De komst van het elektronische tijdperk, het einde van de kortstondige relaties, het volwassen worden. Een dik pak brieven van het meisje dat nu vrouw is, dat nu mijn vrouw is. Ik ben blij dat we dit nog hebben mogen meemaken. Dat er nog zo iets werkelijks bestaat als een brief haar lieve woorden en geen virtuele berichten ergens op een harde schijf of rondzwervend in the great void.
Ik plaats de brieven weer op in de doos en plaats het deksel er terug op voor ik ze terug naar de zolder breng. Ik weet dat dit de doos van Pandora niet is, ze stort niet alle onheil over de wereld uit. Ze zuigt me integendeel naar binnen, naar een vervlogen tijd waar ik soms met vreugde of met pijn bij stil sta. Onwillekeurig valt de tekst van This Is The Day van The The me tebinnen: ...all your friends and family, think that you're lucky, but the sight of you they never see is when you're left alone with the memories that hold your life together like glue.